Muziekinstrumenten in de middeleeuwen

Geplaatst op vrijdag 29 juli 2005 @ 11:36 , 6620 keer bekeken

In de middeleeuwen was de stem het belangrijkste instrument, veel belangrijker dan het muziekinstrument, denk bijvorbeeld aan de middeleeuwse troubadoers. Zij gingen van hof naar hof, werden soms aangenomen aan het hof, ter vermaak van de edelen of waren de nar van de edelman.
Hij moest voor ontspaning en gelach zorgen, tevens ook de heldendaden van de gastheer bezingen. De bekendste was Lancelot. Lancelot was een ridder-zanger, verscheurd tussen zijn trouw aan de koning en zijn liefde voor de mooie koningin Guinevere.


Instrumenten en instrumentale muziek

Veel middeleeuwse instrumenten zijn vanuit Azië in Europa terecht gekomen, via Byzantium maar ook via de Arabieren in Noord-Afrika en Spanje. Het is onwaarschijnlijk dat er in de vroege middeleeuwen instrumentale muziek bestond die niets met zang en dans te maken had. Middeleeuwse dansen werden niet alleen met zang maar ook met instrumenten begeleid. Zo is de estampie de oudst bekende vorm van instrumentale dansmuziek.

De muziek van de Late Middeleeuwen (14e eeuw) werd zowel vocaal als instrumentaal en vocaal-instrumentaal uitgevoerd. Componisten schreven geen specifiek instrumentale muziek, de uitvoerenden bepaalden zelf ( op basis van de aanwezige stemmen en instrumenten) de manier waarop de muziek werd gerealiseerd. Gedurende de hele Middeleeuwen waren instrumenten ondergeschikt aan het zingen. 



De trap van beneden naar boven: trommel met fluit, triangel, zink harp, luit, schalmei en rechtsonder speelt een man op het portatief 


links: portatief  rechts: harp

Er zijn heel weinig instrumenten bewaard gebleven uit deze periode, daarom is de meeste kennis over deze instrumenten gebaseerd op illustraties in manuscripten of beeldhouwwerken in kerken.
De oudste middeleeuwse instrumenten zijn de  harp , vedel en luit. Een ander instrument dat vaak in de middeleeuwen werd gebruikt is het   psalterium (een soort citer). 
Onder de blaasinstrumenten vinden wij de  zink (een rechte of gebogen hoorn), de  sackbut (de voorloper van de trombone), de  schalmei of pommer (de voorloper van de hobo), de  blokfluit en de  dwarsfluit. 
Een instrument dat ook veel gebruikt werd, was het kleine, draagbare orgeltje (het  portatief). Dit werd met één hand bespeeld terwijl de andere hand de blaasbalgen met lucht vulde.

Vanaf de 12e eeuw werden ook slaginstrumenten gebruikt, voornamelijk om bij zang en dans de maat aan te geven: trommels, bekkens en de tamboerijn.

In de volksmuziek werden draalier en doedelzak  veelvuldig bespeeld. 
Blokfluit, vedel (voorloper van de viool) en trom worden bespeeld door minstrelen en jongleurs.

De vrouw op de twee zwanen gezeten bespeelt het hakkebord
(een citer), op de achtergrond zien je de fluit, schalmei, doedelzak
en een groep zangers.

 

Indeling van instrumenten

Tijdens de 14e eeuw bepaalde de luidheid de indeling van de instrumenten.

De "zachte  instrumenten" waren:
de harp, vedel, de luit, het portatief, de dwarsfluit en de blokfluit.

Tot de "harde instrumenten" behoorden onder meer de schalmei, de zink en de trompetten.;

Deze indeling is op de afbeelding hiernaast goed te zien. Van boven naar beneden:

  • vedel, psalterium, luit
  • tamboerijn, portatief en kleppers
  • doedelzak, blaasinstrumenten en trommels
 


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: