Geplaatst op dinsdag 01 november 2011 @ 16:29 , 1465 keer bekeken
In Memoriam Guillaume de Machaut
Hij leefde van 1300 tot 1377. 77 jaar is tegenwoordig bijna 'jong' sterven maar in die tijd was je een heel oud mens en mocht je gelukkig zijn zo oud te mogen worden. De cd In Memoriam is een eerbetoon aan de Machaut en het Ensemble Musica Nova, onder leiding van Lucien Kandel, betrekt componisten die voor de Machaut van grote betekenis waren. Onder hen vooral Philippe de Vitry maar ook Pierre de Bruges (Pieter van Brugge?), Gilles d'Orleans en Bernard de Cluny. Het grootste deel van de cd is gewijd aan de Mees Notre Dame van Guillaume de Machaut. Het werk werd gerestaureerd door de dirigent van het ensemble. Zoals telkens weer stelt zich de vraag: “Klonk het zo?”. Volgens mij is men in geen geval ver van de waarheid. Edele muziek werd door geschoolde stemmen gezongen. Zonder deze muziek kende we de polyfonie niet die onbetwistbaar door geschoolde stemmen werd gebracht, kenden we de renaissance niet, barok enz die allemaal telkens op de voorgaande stijlen zijn gebaseerd. Ze haalden er hun instrumentarium dat meegroeide naar vernieuwde inzichten, behoeften en nieuwe ontdekkingen maar de kern is voorzeker dezelfde gebleven. Net zoals in alle andere hoogstaande kunstvormen, schilderkunst, architectuur, beeldhouwkunst… De visie van Kandel is de juiste en niet de visie van diegenen de deze muziek met schorre krijsende kelen gaan zingen om 'aan middeleeuwse muziek te doen'.
De mis van de Machaut is bijwijlen een haast hedendaags werk. Talloze disharmonieën kleuren de toonzettingen al worden ze meteen opgelost in harmonisch fijnzinnige akkoorden en zinnen. De man scheen zijn tijd ver vooruit.
We horen een opname die een zeer sterk evenwicht uitstraalt, een rust die je je pas echt goed kan inbeelden in een van die Franse romaanse kerken, niet al te klein maar ook niet geweldig groot. Een vroeg gotische kerk komt ook nog in beeld, nog wat donker, niet te veel verfraaiing, een gebouw dat nog voldoende mysterie uitstraalt en niet de verheerlijking van de laat gothiek of de barok. De muziek is niet zeer levendig, eerder monotoon. We horen niet veel op- en afbouw. De weergave is zeer egaal, misschien wel te egaal, net te academisch netjes, risicoloos alsof de musici zich terugtrekken als muzikale kluizenaars en zo hun muzikaliteit beleven. Het is mogelijk heel correct zo te musiceren, het heeft een extra dimensie die je aan het mediteren kan zetten. Gewend is het oor niet van de luisteraar die dagelijks ondergedompeld wordt in zeer veel 19e en 20e eeuw en ook wel barok en een luisteraar die uiteindelijk in een lawaaimaatschappij leeft. Ja kan niet buitenkomen of je hoort het lawaai van de straat en dat zijn nooit fraaie geluiden. Dit vraagt het omschakelen van een knop en als dat lukt, dan gaat deze muziek op zich leven. Je moet voldoende inlevingsvermogen hebben om je in een middeleeuws, relatief geblokt, donkerder religieus gebouw te bevinden waar Musica Nova staat te zingen. Luister met je ogen, kijk met je oren en deze cd groeit zo. Een bijzonder product.
• Info: een uitgave van Aeon France, AECD 0993 verdeeld door Outhere,www.outhere-music.com, www.aeon.fr.
L'argument de Beauté
Precies 100 jaar na Guillaume de Machaut zag in 1400 Gilles Binchois het levenslicht. De Henegouwer werkte meer dan 20 jaar voor het hof van Philips de Goede en was tegelijkertijd priester in Brugge en Bergen (zijn geboortestad) om uiteindelijk in Zinnik (Soignies) pastoor te worden, een functie die hij bleef combineren met zijn proost zijn aan het hof en natuurlijk met het componeren. Hij zou in die stad overlijden. Discantus onder leiding van Brigitte Lesne zingt de cd 'L'argument de Beauté vol met kerkelijke gezangen van Binchois. Als begeleidend instrument horen we een klokkenspelletje zoals in die tijd redelijk voorkwam. Misschien is dit wel de inspiratie geweest om van het groeiend aantal klokken in de kerken en belforten uiteindelijk een instrument te maken. De eerste als instrument vermelde beiaard zou in Oudenaarde weerklinken in het jaar 1500. Er zullen al wel eerder klokken geklonken hebben waarmee melodieën gemaakt werden maar dat is niet echt ter zake voor deze cd.
De dames van Discantus kennen hun plaats in de zogenaamde oude muziek praktijk (wat is oude muziek eigenlijk?…). De teksten zijn bestudeerd en ze zingen ze zoals ze toen werden uitgesproken, de latijnse 'u' hoor je niet als 'oe' maar als Franse 'u'. Iets wat de rechtgeaarde uitvoerders van de oude muziek allemaal doen en eigenlijk terecht. Het kerklatijn werd lang op zijn Frans uitgesproken, tot in de jaren '60-'70 vorige eeuw. Ook ik leerde in de lager school nog sanctUs en niet sanctOEs uitspreken en in de kerk hoorde we het ook zo.
De titel van de cd is heel juist gekozen. Deze muziek is zuivere schoonheid. Gilles Binchois zoekt niets te ver, hij houdt het liever beschaafd en wat timide. Zijn kerkmuziek gaat niet overdreven leven maar klinkt toch verhelderend, verheerlijkend, helemaal passend in zijn tijd zonder invloeden van waar ook. Binchois blijft zichzelf en componeert wat 'conservatief'. Geen probleem voor mij, de gezangen zijn op hun manier sprankelend en hebben nog steeds iets diep intiem, nog een vleugje mystiek zoals dat bij zijn voorgangers het geval was. Zijn muziek kan je al genieten in een kathedraal maar ook in de beslotenheid van een minder pralerige kerk. Beeld je ook nu in dat je in een gotische kerk staat, zie de kleuren van de fresco's, de beelden, de kledij van de Bourgondische burgerij en adel en verzink in de sfeer van toen met de muziek van Gilles Binchois, gezongen door specialisten die pretentieloos voor niets anders kiezen dan voor de zuiverste muziek. Dat zijn de argumenten voor schoonheid die Discantus aanbiedt.
• Info: een uitgave van Aeon France, AECD 1096, verdeeld door Outhere,www.outhere-music.com, www.aeon.fr.
Codex Chantilly
De dames van het Franse vocaal ensemble De Caelis hebben reeds vijf albums met middeleeuwse polyfonie op hun naam staan en betreden nu de arena van de hoge muzikale en tekstuele verfijning: de Codex Chantilly. Dit handschrift wordt bewaard in het museum van kasteel Chantilly in Noord-Frankrijk en bevat vele muziekwerken uit de zogeheten @ars subtilior@ (‘subtielere kunst’). Aan het pauselijk hof in Avignon en andere cultureel verfijnde hoven in Zuid-Frankrijk was in de late veertiende eeuw behoefte aan meerstemmige wereldlijke liederen, en componisten als Cordier, Senleches en Solage voorzagen daarin. Niet alleen de muzikale stijl was zeer verfijnd, ook de weergave in de codex kent soms geen grenzen. Zo is het rondeau ‘Belle, bonne, sage’ van Cordier genoteerd in de vorm van een hart, inclusief rood hartje in de zangtekst. In ‘En l’amoureux vergier’ van Solage wordt de schoonheid van een vrouw tot op grote hoogten bezongen, ondersteund door verheven beelden in de tekst. Maar soms is het ook gewoon plezier maken, bijvoorbeeld met de imitatie van een nachtegaal. Verduiveld lastig nog om te zingen, maar De Caelis houdt zich goed staande, zij het dat het ensemble soms wat weinig interne schakering in timbre heeft. Geniet vooral, maar met mate.
• Info: een uitgave van Aeon France, AECD 1096, verdeeld door Outhere,www.outhere-music.com, www.aeon.fr.
Bron: Klassiek-Centraal en Klassieke Zaken
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: