Geplaatst op donderdag 22 augustus 2002 @ 22:08 , 409 keer bekeken
Alleen al om geografische redenen nam de muziek van de Britse eilanden een speciale plaats in.
Na John Dunstable (1390-1453) hadden Engelse componisten geen contact meer met die van het Europese vasteland.
Vanaf de 16de eeuw werden die contacten hernieuwd, wat bleek uit de aanwezigheid van Vlaamse en Italiaanse musici aan het hof van de Tudor-koningen.
Door de breuk met Rome, die in 1543 definitief werd onder Hendrik VIII, ontstonden typisch Engelse genres als "services" en "anthems". De ontwikkeling van de klaviertechniek op het einde van de 16de eeuw was vooral te danken aan Engelse componisten die schreven voor het virginaal (familie van het calvecimbel).
John Bull (1562-1628) was ongetwijfeld de grootste virtuoos onder de virginalisten. Hij week uit naar de Zuidelijke Nederlanden, trad in dienst van Albrecht en Isabella en sloot zijn carrière af als organist aan de Antwerpse kathedraal.
Andere Engelse namen - die ook bij niet specialisten - een belletje doen rinkelen zijn: John Taverner, Thomas Tallis, William Byrd, Thomas Morley, Peter Philips, John Downland en Orlando Gibbons.
Andere typisch Engelse genres naast anthems en services zijn: lute songs, ayeres, consort music en consort songs.