Blog
Geplaatst op donderdag 21 juni 2018 @ 18:12 door Calamandja , 917 keer bekeken
De stemmen van Vox Luminis schrijven al enkele jaren aan een succesverhaal. In heel Europa knuffelen organisatoren hen dood en met hun opnames blijven ze prijzen veroveren. Maar wij gingen kijken in de VS, waar ze voor de derde keer op rij het Berkeley Festival afsloten. Hoe lang kunnen ze dit succes nog volhouden?
‘Break a leg,’ wensen muzikanten elkaar vaak toe voor een optreden. Maar dat draaide voor Zsuzsi Tóth, een van de sopranen van Vox Luminis, net even anders uit. De zangers zakten een week van tevoren naar San Francisco af. Ze wilden hun stemmen voldoende tijd geven om de jetlag te overwinnen. Een bergwandeling, dat leek hen wel wat. Dus reden ze naar Yosemite, stapten meer dan twintig kilometer, tot Zsuzsi uitgleed en haar enkel brak.
Enkele dagen later rolt ze in een rolstoel de repetitie binnen, ze gaat op een barkruk zitten, tilt haar bezeerde enkel een stukje de lucht in en begint te zingen. Het typeert Vox Luminis. De glitter van een perfecte sopraansolo: daar draait het niet om. Het gaat hen om het geheel.
Lionel Meunier, bas en artistiek leider, stormt ondertussen nerveus de kerk binnen. Het verkeer op de brug van San Francisco naar Oakland zat potdicht, hij is een half uur te laat – iets wat hij zelf maar moeilijk kan verteren. Staan de zangers goed opgesteld? Zingen ze te luid, of net niet luid genoeg? Iedereen uit het ensemble doet zijn zeg, maar uiteindelijk moet hij beslissen. Hij haalt een paar keer na elkaar zijn schouders op. Er suist onuitgesproken onrust door de kerk, ambitie ook. Ze hebben dit programma nog maar één keer eerder uitgevoerd. Het moet goed zijn.
Liefde op het eerste gezicht
‘In een klassiek ensemble heb je één grote klootzak en dat is altijd de dirigent. Zelfs als hij een vriendelijk man is. Maar bij ons staat iedereen op gelijke voet met elkaar’
‘Singet dem Herrn’: voor een volle kerk zingen de zangers de spanning uit hun stembanden. Ze zwepen elkaar op met virtuoze loopjes, knallen hun klanken bijna té triomfantelijk de ruimte in. Daarna tasten ze af, zoeken aarzelend de diepte op in Bachs motetten en vinden die om ze vervolgens niet meer te lossen: een vintage Vox Luminis-concert.
‘Wat ze doen is absoluut uniek,’ zegt een mooie, grijsharige dame nadien. Alaire doceerde jarenlang koordirectie en reisde samen met haar man vanuit Texas naar Californië om Vox Luminis te horen, nu al voor de derde keer. Ze ontdekte hen op Youtube en was direct verkocht. ‘En ik weet waarover ik praat,’ verzekert ze ons. ‘Hier in de Verenigde Staten vindt je die kwaliteit gewoonweg niet.’ Ze telt af op haar vingers: ‘Om te beginnen zingen ze altijd haarzuiver. Ten tweede is het bijna altijd perfect samen. Ten derde is er die ongelofelijke, directe communicatie die voortkomt uit het feit dat ze zonder dirigent zingen.’
Ook Robert Cole, de kwieke 87-jarige directeur van het festival, herinnert zich de eerste keer dat hij Vox Luminis hoorde nog goed. Een agent duwde hem hun opname van Schütz’ Musikalische exequien in zijn handen en de volgende dag al nodigde hij hen uit om naar Berkeley te komen. Ook hij hoort in hen iets wat hij in de eigen scene mist. ‘Ik weet eigenlijk niet hoe het komt dat hun geluid zo zeldzaam is. Ik denk dat het met toewijding te maken heeft. Ze werken samen, ze leven samen. Zo’n langdurig engagement zie je niet vaak.’ Hij glimlacht en schudt het hoofd.
Repeteren
De jonge contratenor Alexander Chance zit op een bankje voor de kerk van de avondzon te genieten. Hij zingt pas sinds een jaar bij de groep en weet gelukkig wel waarom: ‘Ik repeteer graag en bij Vox Luminis is daar tijd voor. Ik kom uit Engeland en daar wordt nauwelijks nog gerepeteerd. Je zingt iets één keer door en even later sta je al op het podium, meestal met bibberende knieën. Sommige zangers vinden dat oké, maar ik hou ervan de muziek samen te verkennen.’
Voldoende repetitietijd is een weerkerend refrein bij Vox Luminis. Maar is dat ook nu, met zestig tot zeventig concerten per jaar, nog haalbaar? Wanneer we Meunier de vraag stellen, komt zijn antwoord zonder een spoor van twijfel: ‘Wie bij ons wil zingen, moet akkoord gaan met dat principe. We repeteren tot we het kunnen, desnoods onbetaald.’
Het zingen zonder dirigent is de tweede pijler van hun succesformule. Tenor Philippe Froeliger kan het zich bijna niet meer anders voorstellen. ‘Ik heb zeker tien jaar gewacht op een groep als deze. Na elk slecht project wilde ik stoppen met zingen. Dat heb ik nu nooit meer. Doordat wij zonder dirigent zingen, zijn we veel vrijer om écht naar elkaar luisteren.’
Robert Buckland, de andere tenor, komt erbij staan en geeft ons een kort college in muzikale groepsdynamiek: ‘In een klassiek ensemble heb je één grote klootzak en dat is altijd de dirigent. Zelfs als hij een vriendelijk man is. Hij beslist en de groep moet volgen, ook als het eigenlijk niet goed klinkt. Bij ons staat iedereen op gelijke voet met elkaar. Iedereen mag zijn mening inbrengen en dus ben je om de beurt elkaars “klootzak”. Dat kan soms erg hard aankomen. Maar het werkt.’
Toeren
Tijdens de lange repetitie voor het tweede concert, loert er opnieuw onzekerheid om de hoek. Ze werken samen met een lokaal strijkersensemble en die weten niet helemaal wat ze met de democratische dynamiek van Vox Luminis aan moeten. De zangers van hun kant hebben het gevoel dat de strijkers hun geoliede machine stroever doen draaien. Meunier grijpt in: met humor en pragmatisme.
‘Journalisten willen het met mij altijd over muziek hebben, maar misschien is dat niet eens het belangrijkste deel van mijn job,’ vertelt hij nadien. ‘Tachtig procent van wat ik doe, gaat over mensen. Wie komt er met een bedrukt gezicht de repetitie binnen? Wat weegt er op die persoon? Maak ik er een grapje over, of kan ik beter zwijgen? Dat zijn de vragen waar ik me dagelijks mee bezighoud. Omdat we zoveel toeren, krijgen sommige zangers problemen thuis. Het is sowieso praktisch zwaar, zeker als er kinderen zijn – en de meesten van ons hebben kinderen. Maar soms speelt er ook jaloezie bij de partners. Daar moet je als groep over kunnen praten, anders loopt het vast.’
Meuniers kinderen worden opgevangen door zijn ouders die ervoor vanuit Frankrijk naar België rijden, of door zijn schoonmoeder die vanuit Hongarije aangevlogen komt. Anderen in de groep hebben een au pair, of een partner die bereid is om de eigen carrière op een lager pitje te zetten. Makkelijk is het voor niemand: de groep besliste gezamenlijk om tournees te beperken tot maximaal twee opeenvolgende weken. ‘Er zijn heel wat zangers die de laatste jaren hebben aangeven dat ze om familiale redenen minder projecten willen aannemen. Ik heb daarom heel bewust onze basis verbreed, zodat de groep zangers waaruit ik kan putten groter is.’
Som van de delen
Of Vox Luminis zijn bijzondere geluid kan handhaven tijdens de drukke jaren die komen, kunnen we alleen maar afwachten. Wie erg kritisch luistert, hoort als vanzelf dat heus niet elke solopassage even vlot uit de kelen rolt, of dat niet elke zanger een even bijzondere kleur bezit. Toch overtreft het geheel de som van de delen: wat ze doen, staat als een huis en ontroert.
Blijft de vraag waarom dit zo uitzonderlijk is in het muzieklandschap van vandaag. We stellen ze aan elke muziekliefhebber die we tegenkomen in Berkeley, maar een echt antwoord blijft voorlopig uit. Rest ons: de zon, zicht op de Golden Gate Bridge en een nieuwe plaat van Vox Luminis met muziek van Buxtehude in onze koffers. Ook niet slecht.
Bron: ANNEMARIE PEETERS, De Standaard.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.