Blogposts

Blog

Geplaatst op zondag 01 september 2013 @ 13:52 door Calamandja , 1350 keer bekeken

Laus Polyphoniae 2013 - Stile…

Waar andere festivals al jaren worstelen met het belevingsaspect dat tegenwoordig als een pikdorser door het muzieklandschap scheurt, heeft Laus Polyphoniae al even lang haar antwoorden klaar. Eigenlijk al voor de vragen echt gesteld werden.

Door concerten aan te bieden in een ander, vaak gepaster kader en goed te omringen, wordt de luisteraar binnengeleid in de wereld waar Laus Polyphoniae in wil doodringen. Dit jaar is dat die van Elizabeth I, dochter van Hendrik VIII en koningin van Engeland van 1558 tot haar dood in 1603.

Om de wereld van de legendarische “maagdelijke koningin” tot leven te wekken, durft Laus Polyphoniae soms ver buiten het vertrouwde concertkader te treden. Het meest expliciet gebeurde dit zondag 25 augustus met acht concerten op 21 uur, telkens een op de gebedstijden zoals die eeuwen geleden gerespecteerd werden in kloosterordes. Voor het optreden van het Britse Stile Antico liep het zo’n vaart niet. Netjes qua begin- en einduur, was het eigenzinnige van het optreden vooral te merken in de podiumopstelling van de zangers en zangeressen. Aan de vier kanten omgeven door publiek, stonden de vocalisten in een cirkel in het midden van de zaal. Om de balans voor de luisteraars te bewaren, stonden de zangers die eenzelfde stem zongen niet naast elkaar, maar verspreid opgesteld, zodat elke bezoeker alle stemmen in het gezicht en op de rug te zien en te horen kreeg.

Een tweede eigenaardigheid was het ontbreken van een dirigent. Door het wegvallen van de hiërarchische structuur werd elke zanger individueel met een grotere verantwoordelijkheid opgezadeld. Signalen werden gegeven met blikken, duidelijke ademhaling of kleine bewegingen met de partituren. Toch bleken zowel inzetten als eindmedeklinkers mooi op hun plaats te komen en daarenboven was het oogcontact dat de zangers moesten onderhouden amusant om volgen.

Het programma van het concert was opgebouwd uit compositieparen, waarbij steeds een werk van Thomas Tallis gevolgd werd door een van William Byrd. De twee componisten delen dan ook een verstrengelde geschiedenis. De eerste was gedurende de kinderjaren van de tweede diens muziekleraar, beiden waren organist bij de Chapel Royal en samen kregen ze van Elizabeth I het recht om muziek te drukken en te verkopen.

Het programma liet de twee echter bewust in een heel verschillende gedaante horen. De Anglicaanse, Engelstalige psalmen van Tallis waren eenvoudig van vorm, homofoon, eerder kort en liepen vlot als de recitatieven in een barok oratorium. De op Latijnse teksten geschreven polyfone motetten van de katholieke Byrd leken dan weer de rol van uitvoerige aria’s op te nemen. Het contrast tussen deze twee soorten werken, werd nog extra in de verf gezet door de praktische uitvoering. Was er voor een stuk van Tallis steeds een zanger die de begintoon opgaf, voor het daaropvolgende stuk van Byrd diende iedereen zijn plan te trekken en de beginnoot af te leiden uit de eindnoot van het eerste stuk.

De opstelling van de muzikanten en de organisatie van het programma mochten dan markant zijn, zonder betekenis waren ze zeker niet. De verdeling van de zangers zorgde voor een mooi uitgebalanceerd geluid en het koppelen van de composities garandeerde een heldere structuur met een publieksvriendelijke afwisseling tussen eenvoud en complexiteit.

Dat Byrd de tweekamp op punten won, was niet moeilijk te voorspellen. Tallis’ repertoire stelde Stile Antico vooral in staat om een warme sonoriteit te laten horen, al liet de groep in ‘God Grant With Grace’ ook even de harmonische inventiviteit van de oudere Brit aan het woord. Net als gisteren bij The Tallis Scholars was mooi hoorbaar hoe Tallis gewaagde samenklanken durfde opzoeken, zelfs in die mate dat zijn dissonante combinaties eeuwen later nog steeds voor gefronste wenkbrauwen zorgen.

Byrd mocht dan weer alle polyfone registers opentrekken. Het was in deze werken van in elkaar verstrengelde stemmen dat de grootste uitdaging voor de vocalisten lag. De expressieve muziek van Byrd leent zich immers tot gegoochel met dynamiek en de snel verschuivende ritmiek van een werk als ‘Vigilate’ plaatst de uitvoerder binnen de minuut in heel verschillende contexten. Stile Antico omzeilde echter alle klippen zonder op veilig te spelen. De dramatiek van de stukken werd overtuigend naar buiten gebracht, waarbij de groep tevens voor subtiele overgangen zorgde.

In het ‘Miserere Mihi’ werd dit huzarenstukje nog eens over gedaan. De subtiel openvouwende samenklanken werden door de zangers van een even genuanceerd  dynamische ontwikkeling voorzien, waardoor de muziek een meeslepende opbouw kreeg zonder dat het geluid louter of onnodig opgepompt werd.

Kleine oneffenheden hier en daar brachten gelukkig niet te veel schade toe. De inzet van ‘Domine, Praestolamur’ (waarin Byrd zich met een geavanceerde harmonie een waardige leerling van Tallis toont) klonk aarzelend, maar het probleem was sneller weg dan het opgekomen was. In ‘Exsurge Domine’ was het dan weer de balans die lichtjes scheef getrokken werd. Kwam dit door de veranderende opstelling (geregeld draaide de cirkel van zangers rond en verdwenen er of kwamen er bij) of de vermoeidheid? In elk geval was het probleem al lang opgelost tegen het indrukwekkende ‘Infelix Ego’ waarmee het concert eindigde: een meer dan tien minuten durende lap inventief uitgedachte polyfonie die door de dynamische overgangen steeds aan kracht en intensiteit won.

Voor het bisnummer hadden de vocalisten een aardigheidje achter de hand. Als om te laten zien dat ze zich ook zonder oogcontact uit de slag konden trekken, stelden ze zich opnieuw in een cirkel op, maar nu niet meer naar binnen, maar naar buiten gekeerd. Iedere zanger stond bijgevolg oog in oog met een deel van het publiek en kon voor de inzet van ‘Never Weather-Beaten Sail’ van Thomas Campion alleen afgaan op de ademhaling en de bewegingen van de collega’s die links en rechts van hem of haar stonden.

Spektakel zonder specifieke muzikale meerwaarde? Ongetwijfeld, maar als uitsmijter paste het perfect in het kader van het optreden. Bovendien ging de muziek er op geen enkel moment onder lijden, iets wat bij dit soort frivoliteiten wel eens anders durft te zijn.

Het grootste deel van het repertoire dat Stile Antico in Antwerpen bracht, verscheen in 2008 op het album ‘Heavenly Harmonies’. Een ambitieuze titel die het ensemble tijdens Laus Polyphoniae echter alle eer aandeed.

   

Bron : Laus Polyphoniae 2013 - Stile Antico, Hiërarchieloos ambitieus; 26 augustus 2013 , St.-Pauluskerk, Antwerpen. 

Door Koen Van Meel, kwadratuur.be, 27 augustus 2013.



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.