Van onze medewerker
Pionier Jordi Savall speelde eergisteren het derde en laatste concert van zijn residentie bij Bozar. Het was gewijd aan middeleeuwse, Spaanse muziek van bescheiden textuur. Leidmotief waren de Sibyllijnse onheilsprofetieën die in de middeleeuwen overal op het Spaanse schiereiland opdoken. In Catalonië worden ze nog steeds gezongen op kerstochtend.
De tekst is een horrorkabinet, maar de muziek heeft —ondanks de karakteristieke melodie— vrij weinig om het lijf. Dankzij Savalls ongeëvenaarde talent om met weinig materiaal sfeer te maken, leverde dat betrekkelijk arme gegeven in 1988 een verschroeiend intense cd op. Met haar kille timbre was mevrouw Savall —Montserrat Figueras— een levensgrote wraakgodin. Het geheel had een enorme drive, met een sterk ritueel karakter.
Van die opwinding schiet nog weinig over. Dat ligt niet aan de ingezette middelen, want Savall behield vrijwel dezelfde line-up als op zijn succesopname. Wat vooral schortte, was Figueras' onvermogen om de ruggengraat van het gebeuren, de profetieën, zelfstandig te dragen.
Dat Figueras nooit een sterke zangeres is geweest, neemt niet weg dat ze een intrinsieke theatraliteit bezit. Maar daar maakte ze woensdagavond helaas geen gebruik van. We hoorden ijzige extase en veel lokale uitwerking, maar geen krachtige lange lijnen.
Omdat er niets te ondersteunen viel, was het instrumentale gebeuren niet meer dan franje. Fraaie franje, weliswaar, want Savall heeft virtuozen als Pierre Hamon (schitterende blokfluitist) en harpist Andrew Lawrence-King in de rangen. Maar ook uitstekende bespelers van de duduk (een dubbelrietig Armeens instrument) en de kamancha (een Perzische vedel), waarvan je je afvraagt wat ze in godsnaam bij middeleeuwse Spaanse muziek komen doen.
Dit was geen slecht concert —dat is het haast nooit bij Savall— maar een cynicus zou kunnen opperen dat de musicus het gigantische circus in leven moet houden waarmee hij continu vijf programma's brengt over heel Europa.
In dit programma, opgebouwd rond muziek die in essentie uit één melodie bestaat, werkt de overdaad storend. Het is opvallend dat de meest genietbare delen van het concert de polyfone refreinen van de Catalaanse Sibylle zijn.
De heren en dames van de Capella Reial bezorgden ons heimwee naar de zuiderse gloed van grote Savall-cd's, zoals die rond Christobal de Morales. Het valt te betwijfelen of de Catalaan ooit nog naar die niche terugkeert, nu zijn multiculturele circus zo goed draait.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.